“Met stichting Habognatat helpen we Eritrese vrouwen verder te ontwikkelen”

20 juli 2023
voorkeur Els aangepast formaat

Tweeënhalf jaar geleden startte Els Streefkerk het project Habognatat in Amsterdam Nieuw-West. Dit project biedt Eritrese vrouwen in Amsterdam een extra kans om zich te ontwikkelen op allerlei gebieden.

Habognatat is een sub-project van stichting Ykeallo. Deze stichting begeleidt en ondersteunt statushouders – veelal Eritreeërs – in Amsterdam tijdens hun integratieproces.  Els kreeg van Mek Ykeallo, de oprichter van stichting Ykeallo, de vraag om Habognatat te starten. Zijn opdracht voor haar was: “Begin maar gewoon, dan komen de hulpvragen vanzelf organisch tot stand.” En zo geschiedde!

Wereld vergroten

Bij Habognatat laten de oprichters ruimte aan de deelnemers om zelf aan te geven waar behoefte aan is. Dat heeft ertoe geleid dat Habognatat een baken is voor voornamelijk Eritrese vrouwen die een opleiding volgen in de zorg. Twee middagen in de week, op woensdag en vrijdag, zijn deze vrouwen welkom in handbalkantine Westsite. Ze worden hier geholpen met hun schoolopdrachten en het zich eigen maken van de Nederlandse taal. Daarnaast ondernemen ze samen met een aantal Nederlanders activiteiten om hun wereld te vergroten en zich in meer algemene zin te ontwikkelen binnen de Nederlandse maatschappij. En, belangrijker nog: bij Habognatat is er altijd iemand die een luisterend oor biedt.

Belangrijke plek voor nieuwkomers

Toen een aantal maanden geleden een hevige brand uitbrak in Riekerhaven, een containercomplex waar veel nieuwkomers wonen, werd pijnlijk duidelijk hoe belangrijk plekken als Ykeallo en Habognatat zijn voor nieuwkomers. Els: “Mensen die al zoveel hebben meegemaakt, raakten wéér hun huis kwijt. Gelukkig konden we ze in de handbalkantine opvangen en samen zoeken naar een oplossing. Oprichter Mek verzorgde het eten en stond weer als vanouds in de pannen te roeren. Er heerste een bijzonder warm gevoel van saamhorigheid.”

Sterk doorzettende mensen

Het woord ‘Habognatat’ is Tigrinya of Eritrees en betekent ‘sterk doorzettende mensen’. Dat is ook precies wat deze Eritrese nieuwkomers kenmerkt. “Als je beseft wat deze mensen hebben moeten opgeven en doorstaan om hier te komen, sta je versteld van hun kracht en veerkracht”, vindt Els. “De harde waarheid is dat niemand met het vliegtuig komt. Desondanks zijn de nieuwkomers ongelofelijk ambitieus; naast een opleiding in de zorg haalt een groot deel tegelijkertijd ook nog een rijbewijs én een zwemdiploma. Ook al hebben deze vrouwen onwijs veel meegemaakt, ze identificeren zich niet met hun ellende. Vluchteling bén je niet, het is een lot dat je overkomt.”

Nóg meer respect

Ondanks hun lot durven deze vrouwen vooruit te kijken en vechten ze keihard voor hun eigen toekomst. Hoewel het begrip Habognatat zowel door de deelnemers van de stichting als door de Nederlandse vrijwilligers veel wordt gebruikt om de dappere nieuwkomers te omschrijven, spreekt Els zelf geen Tigrinya. “Als je ziet hoe ingewikkeld het is om zo’n vreemde taal te leren, die in niets lijkt op de talen van buurlanden, krijg je nóg meer respect voor deze vrouwen die in zo’n korte tijd het Nederlands eigen leren maken.”

Wij- versus ik-cultuur

Naast de taal zijn er ook andere verschillen tussen de culturen. In de meeste Afrikaanse landen, zo ook in Eritrea, is het heel normaal om voor ouderen in de eigen omgeving te zorgen. Dat men hiervoor in Nederland een diploma moet halen, vinden Eritreeërs maar vreemd. Hun wij-cultuur, staat haaks op onze ik-cultuur. Desondanks zijn de Eritrese vrouwen ontzettend opgetogen als ze hun startkwalificatie hebben gehaald.

Een andere kijk op de wereld

“Ik heb wel moeite met de term ‘vrijwilliger’”, legt Els uit. “Vrijwilligerswerk vind ik mooi en belangrijk, en zelf doe ik ook graag vrijwillig leuk werk. Toch gebruik ik die term zelf liever niet. In de praktijk voelt het vaak alsof er een ongelijkheid is tussen de ontvanger en de gever. Ik geef daarom de voorkeur aan de term ‘ondersteuner.’ Vrijwilligerswerk biedt niet alleen de ontvangers veel, maar ook de ondersteuners zelf.” Dat ervaart Els zelf ook. Niet alleen heeft ze nieuwe vriendschappen gesloten, ze heeft ook geleerd hoe veerkrachtig en dapper mensen kunnen zijn en ook hoe bevoorrecht wij hier in Nederland zijn. Daarnaast geeft het een heel prettig gevoel om mensen die je helpt te zien groeien en ontwikkelen, vertelt ze. “Door vrijwilligerswerk krijg je er een wereld bij en ontmoet je mensen waarmee je anders niet zo snel in aanraking zou komen. Je krijgt echt een andere kijk op de wereld.”

Vrijwillig maar niet vrijblijvend

Ook kan de term ‘vrijwilliger’ het idee geven dat het werk vrijblijvend is; een activiteit waarbij je kan aanhaken, maar net zo snel weer kan afhaken. “Inherent aan vrijwilligerswerk is dat er een groot verloop is, omdat mensen weten dat ze hun vrijwilligersactiviteiten makkelijk kunnen stopzetten. Dat is tot op zekere hoogte natuurlijk ook zo, maar dat maakt het wel lastig om een vaste groep met vertrouwde gezichten te op te bouwen.” Op de vraag bij wie de ondersteunende rol goed zou passen, geeft Els resoluut antwoord: “Bij iedereen! Het is natuurlijk handig als je affiniteit hebt met de Nederlandse taal en een achtergrond in de zorg zou al helemaal fantastisch zijn, maar iedereen die zijn steentje wil bijdragen is van harte welkom.”

Online taalcafés

Naast haar werk bij Habognatat leidt Els ook nog haar eigen vrijwilligersproject: Vertel ‘es. In online taalcafés helpt Els, samen met andere ondersteuners, bij het vergroten van de spreekvaardigheid van nieuwkomers die de Nederlandse taal al goed beheersen. Dankzij de podcast die Lex Bohlmeijer erover maakte, zijn in een halfjaar tijd 15 online taalcafés tot stand gekomen, van Groningen tot Roermond. Hierin bieden trainers van Vertel ‘es kosteloos hun taalcafé aan en voeren zij wekelijks met maximaal 10 nieuwkomers gesprekken over thema’s die ons allemaal raken, zoals opvoeding en vriendschap.

Stichting Habognatat zoekt nog nieuwe vrijwilligers. Interesse? Bekijk de vacature!

Tekst: Lisa van Egmond

Foto: Jackie Mulder