Het vrijwilligerswerk in Amsterdam overbelast!

15 februari 2022
210414-VCA-illustraties-Conflictvaardigheden_illustratie_07-691

Goed functionerende vrijwilligersorganisaties zijn het sociaal kapitaal van de stad. Vrijwilligersorganisaties houden Amsterdam, Amsterdammers én de vrijwilliger gezond en veerkrachtig. Dat is het uitgangspunt maar klopt dat nog?

Vrijwilligers houden culturele plekken toegankelijk, zij zorgen voor praktische hulp aan wie ziek is, ze geven aandacht aan wie eenzaam is, ze geven taalles aan nieuwkomers, sportles aan kinderen, maken de buurt groener. Vrijwilligers Centrale Amsterdam ziet dat er meer en meer een beroep wordt gedaan op deze bereidheid van Amsterdammers om zich belangeloos in te zetten. En daar maken we ons zorgen over en vinden dat het vrijwilligerswerk overbelast raakt.

Verwachtingen omhoog, subsidies omlaag

De verwachtingen van de inzet van vrijwilligers zijn te hoog. Wordt er bezuinigd op het aanvullend openbaar vervoer? Kan de thuiszorg geen boodschappen meer doen? Is er geen geld meer voor ambulante thuisbegeleiding voor kinderen? Vrijwilligers zijn de oplossing, denkt men.

Ook door de  wachtlijsten voor huishoudelijke hulp, thuiszorg, langdurige zorg, pleegzorg en dagbesteding worden steeds vaker hulpvragen van Amsterdammers doorgespeeld naar vrijwilligersorganisaties, die daar eigenlijk niet horen. Het gaat dan om complexe of acute hulpvragen die professionele kennis en vaardigheden vragen. En als de vraag wel passend is, zien we steeds vaker dat Amsterdammers meerdere hulpvragen op verschillende leefgebieden hebben, zoals hulp bij taal, gezelligheid, sport, financiën. Informele zorgorganisaties bieden doorgaans op één onderdeel hulp waardoor voor zo’n Amsterdammer meerdere vrijwilligers tegelijk ingezet moeten worden. Dit vraagt om extra afstemming met klantmanagers of zorgprofessionals.

En de subsidie van vrijwilligersorganisaties die al die vrijwilligers moeten werven, inwerken en begeleiden, moeten afstemmen met externen, staat elk jaar onder druk. Of hun projecten worden wegbezuinigd. Er wordt steeds meer van hen gevraagd waar geen verhoging van de subsidie tegenover staat.

Tekorten

De buurtteams hebben de opdracht om zoveel mogelijk vrijwilligers in te zetten bij hulpvragen van bewoners. In de meeste stadsdelen beginnen de buurtteams de weg naar de vrijwilligersorganisaties beter te vinden. Hieruit wordt steeds duidelijker waar de tekorten zijn. Dit is per stadsdeel verschillend, maar wat we veel horen is: er zijn te weinig vrijwilligers voor ziekenhuisbegeleiding, vervoer van kinderen en langdurige boodschappenhulp. Ook voor de thuiswonende ouderen met dementie en mensen met een niet-aangeboren hersenletsel is te weinig aanbod. Voor zover deze hulpvragen door vrijwilligers kunnen worden opgepakt, dan zal er ook een organisatie moeten zijn die dit faciliteert.

Participatie

Voor mensen in een kwetsbare situatie wordt steeds vaker vrijwilligerswerk gezocht: mensen die al lang geen betaalde baan hebben gehad, mensen met psychische problemen, mensen met gezondheidsklachten. Mensen die voorheen misschien naar een dagbesteding gingen, moeten nu vrijwilligerswerk doen. Dit betekent dat vele organisaties, van de kinderboerderij tot het buurthuis, vrijwilligers krijgen aangeboden die extra begeleiding nodig hebben. De extra hulp is welkom, maar kunnen de coördinatoren wel de benodigde begeleiding geven?

Een cliënt heeft hulp nodig bij het omkleden voor revalidatiezwemmen. Dit is eigenlijk niet passend voor een vrijwilliger, maar de professionele zorg doet dit ook niet en verwijst door naar de informele zorg. Uiteindelijk wil het maatje voor het sociale contact dit wel doen, maar het is eigenlijk te zwaar voor haar.

Overvraging

We horen steeds vaker dat vrijwilligers stoppen met hun vrijwilligerswerk vanwege de zwaarte van het werk. Zij krijgen te maken met zeer complexe problematiek van cliënten, die zij één op één begeleiden, en hebben niemand om mee te overleggen. Denk aan mensen met ernstige psychiatrische klachten, mensen met diverse problemen tegelijk zoals verslaving, schulden en dakloosheid. Vrijwilligers voelen zich verantwoordelijk en voelen zich vaak tekort schieten. Als ze dit al willen doen, hebben ze meer training en begeleiding nodig. Vrijwilligerscoördinatoren doen hun best om hun vrijwilligers te beschermen, maar staan voor een dilemma: de vrijwilliger niet overvragen of de Amsterdammer hulp bieden?

Vrijwilligerscoördinatoren in de knel

Zo komen vrijwilligerscoördinatoren in de knel te zitten. Er wordt steeds meer van hen gevraagd:

  • Ze hebben bijna continu te weinig vrijwilligers en zijn dus steeds aan het werven.
  • Ze hebben vaker te maken met mensen die snel weer stoppen met het vrijwilligerswerk, waardoor ze weer tijd kwijt zijn met werven en inwerken.
  • Hen wordt gevraagd of ze ook een paar vrijwilligers met een verstandelijke beperking, iemand die uit een burn-out komt of iemand die de taal nog niet spreekt willen begeleiden.

We zien steeds vaker dat coördinatoren grote aantallen vrijwilligers moeten begeleiden en daardoor geen persoonlijke aandacht kunnen geven. Veel organisaties gaan nog een stap verder. Zij kunnen geen coördinator meer betalen en zoeken een vrijwilliger voor die functie. Dat kan soms goed gaan, maar het vormt ook een risico voor de kwaliteit en de continuïteit van de begeleiding van vrijwilligers.

Een vrijwilliger gaat op huisbezoek bij een oudere dame zonder netwerk. Haar huis blijkt vervuild te zijn, er hangt een urinelucht, er zwermen vliegen door de keuken, de vloer plakt. De vrouw staat op de wachtlijst voor thuiszorg. De vrijwilliger blijft op bezoek gaan, omdat ze zo te doen heeft met deze mevrouw, en belt de thuiszorg om te kijken of ze sneller aan de beurt kan komen.

Plezier en voldoening

Mensen die vrijwilligerswerk doen, doen dat uit zichzelf. Omdat ze zich ergens hard voor willen maken of omdat ze ergens mee willen helpen. Plezier en voldoening staan voorop. Bij te zware verantwoordelijkheden voelt de vrijwilliger zich te veel belast met als gevolg dat hij of zij stopt met het vrijwilligerswerk. Duurzame vrijwillige inzet komt hiermee in gevaar.

Niet alles is op te lossen met vrijwilligers. Zorg en hulpverlening is primair een taak van professionals. Vrijwilligers kunnen aanvullende activiteiten doen, als ze goed begeleid en getraind worden. Vrijwilligerscoördinatoren hebben weinig tijd om hun vrijwilligers goede begeleiding te geven.

Amsterdam ambieert een stevige sociale samenleving. Het huidige gemeentelijk beleid is daarmee niet in lijn. Als je wilt dat mensen zich vrijwillig inzetten voor deze stad, dan is daar een investering voor nodig, want het gaat niet vanzelf.

Oplossingen

Hoe kunnen we het tij keren? We denken dat deze vragen ons gaan helpen:

  1. Hoe bepalen we de grens welke zorg bij de professionals hoort en welke ondersteuning door vrijwilligers gedaan kan worden? En wie bepaalt die grens?
  2. Om de eigenheid van vrijwilligersorganisaties te behouden (tevens hun kracht) moet het mogelijk blijven dat vrijwilligersorganisaties nee kunnen zeggen. Mag en kan er verschil zijn in de grenzen die organisaties hanteren? Kan er meer ruimte komen voor vrijwilligers om zelf te bepalen wat ze willen en kunnen?
  3. Hoe krijgen vrijwilligersorganisaties toegang tot meer financiële middelen? Mag dit als een vanzelfsprekende taak van de gemeente verwacht worden? En als de overheid onvoldoende middelen heeft, kan zij dan een taak hebben om te zorgen voor toegang tot andere financiële bronnen?

Lees ook het interview met Henriette van der Meij in het Parool. (Na inloggen gratis te lezen)

Praat mee!

Graag gaan we in gesprek met eenieder die met ons mee wil denken, vrijwilligers, vrijwilligerscoördinatoren, managers, buurtteams, ambtenaren, om hier een positieve draai aan te geven!

 

Henriette van der Meij

Directeur Vrijwilligers Centrale Amsterdam

Met dank aan de kritische blik en aanvullingen van: Doras, Unie van Vrijwilligers, Buurtgezinnen, Amsta, Burennetwerk, Voor elkaar in West.