“Dit geeft me voldoening”

17 juli 2019
vrijwilligersnieuwsbrief_nelleke1

Achter de vele voordeuren van Amsterdam woont een palet aan mensen, de een heeft zijn leven op orde, de ander worstelt met armoede, verslaving of eenzaamheid. Die laatste groep Amsterdammers koppelt De Regenboog Groep aan een vrijwilliger. Hoe is dat eigenlijk, maatje zijn? We spraken met Nelleke van Thiel-Wortmann (43), sinds 2015 actief als vrijwilliger bij De Regenboog.

“Waar háál je de tijd vandaan?” Dat is vaak het eerste wat Nelleke hoort als mensen er achter komen dat ze al een paar jaar vrijwilligerswerk doet in haar stad. Logische vraag, want naast moeder van drie jonge kinderen (10, 8 en 6) is Nelleke mediator, waarbij ze zich heeft toegelegd op procesbegeleiding bij zakelijke geschillen.

Maar wie door de stad fietst, kan Nelleke ook zomaar aantreffen op een terrasje in Amsterdam, achter een kop thee en naast een deelnemer van De Regenboog Groep. “Dat kost tijd inderdaad, maar het mooie van maatje zijn is dat je die tijd zelf kunt indelen. Een handige tip misschien voor wie ook overweegt maatje te worden; het is heel flexibel. Nu bijvoorbeeld spreek ik eens in de twee weken af, andere keren weer een keer in de week. Hoe druk ik het ook heb, op bezoek gaan bij mijn maatje geeft me rust. Overal in mijn leven moet ik iets: in mijn gezin, in mijn werk. In mijn vrijwilligerswerk is het gewoon being there.”

Je leert de andere kant van Amsterdam kennen

De tweede vraag die mensen vaak aan Nelleke stellen is: “Aanbellen bij mensen thuis, is dat niet vreselijk eng?” Nelleke klopt aan bij ex-prostituees, daklozen en verslaafden. Lachje: “Tja, ik denk wel eens: waar laat ik mijn jas? Want je komt in huizen die vaak net iets viezer zijn dan je gewend bent. Tegelijkertijd woont er in dat ‘vieze, rokerige huis’ een heel leuk, lief mens. Een mens dat een leven heeft geleid, waar mijn vriendinnen en ik geen voorstelling van kunnen maken. Het is ook maar zo’n dunne lijn of je wel of niet van de schaal valt. Het is een kwestie van geluk hebben. Voor dit vrijwilligerswerk had ik geen benul van die andere kant. Nu fiets ik door de stad en denk ik: achter die gevel zit een begeleid woonproject, daar woont mijn maatje. Dat verrijkt mijn blik enorm.”

Je krijgt hele goede begeleiding

“Ik ging elke zaterdag lekkere broodjes halen bij de bakker en kwam dan altijd langs een inloophuis voor daklozen. Dan zei ik tegen mijn kinderen: kijk, deze mensen hebben geen geld voor dit soort luxe broodjes. Deze mensen hebben vannacht allemaal in het park geslapen. Dat dacht ik toen nog echt. Ik wilde iets doen voor ze en meldde me aan als vrijwilliger bij De Regenboog. Dat leek me wel wat. Bovendien krijg je hele goede begeleiding, te beginnen met een opleiding aan de Vrijwilligersacademie. Daar leggen ze precies uit wat jouw rol is. Je bent geen vriend, maar ook geen formele hulpverlener. Als vrijwilliger zit je daar ergens tussen in. Je krijgt ook kaders mee; leen geen geld uit aan je maatje bijvoorbeeld.

Dit alles zorgde ervoor dat ik me veilig voelde, want eerlijk is eerlijk: toen puntje bij paaltje kwam vond ik het best spannend om aan te bellen. Ik zou langs gaan bij een ex-verslaafde, die ook nog eens bij mij in de buurt woonde. Ik dacht: ga ik straks ook zijn dealers herkennen op straat?”

 

Het houdt je een spiegel voor

“Mijn eerste twee koppelingen mislukten. Mijn eerste maatje, een vrouw, belde steeds af of deed gewoon niet open als ik voor haar deur stond. En ik maar aandringen. Ik heb het twee maanden volgehouden. Feit was: zij was heel schuw, ik net nieuw. Best even slikken, maar ook leerzaam. Dus nog een tip: wees niet te resultaatgericht en oh ja, vlieg niet te hard in. De tweede deelnemer heb ik maar één keer gezien. Het ging al fout bij de kennismaking hoorde ik achteraf. Hij vertelde over een operatie aan zijn tanden. Ik vroeg daar toen over door. Achteraf hoorde ik dat ik dat beter niet had kunnen doen. Zeker niet bij ex-verslaafden. Daar had ik helemaal niet bij stilgestaan. Ik wilde belangstelling tonen, maar vanuit goede bedoelingen kun je ook te hard invliegen.

Uiteindelijk werd ik gekoppeld aan Els. Een voltreffer. Els (inmiddels 62) heeft een grote bos rood haar en het hart op de tong. Mijn kinderen weten ook wie Els is. Els is een mevrouw die het gezellig vindt om met mama leuke dingen te doen. En nu heeft mama een nieuwe mevrouw die het gezellig vindt als ik langskom. En Els? Die is inmiddels zelf vrijwilliger in een bejaardentehuis.”

Tekst: De Regenboog, Nicolline van der Spek / Fotografie: Merlijn Michon

Ook maatje worden?

Ook vrijwilligerswerk doen bij de Regenboog? Kijk hier voor de mogelijkheden.

álle maatjesprojecten in Amsterdam Noord vind je hier – Ontdek wat bij jou past